Translate

zaterdag 27 september 2014

OP HET SCHERP VAN DE SNEDE



OP HET SCHERP VAN DE SNEDE

Zo, de wereld is weer wat wijzer geworden. Een enkeling, die zich als een roepende in de woestijn moet hebben gevoeld, wees op het beperkte en onbedoelde effect van de grootscheepse monetaire stimulering. Centrale Bankiers werden immers als wonderdokters beschouwd, die de wereld hadden behoed voor deflatie en depressie. Nu, na bijna 6 jaar van gigantische ‘kwantitatieve verruiming’, staat de wereld waarachtig toch oog in oog met dalende grondstoffenprijzen en deflatie (en stijgende reele rente, ookal is de nominale rente nul). De omloopsnelheid van het geld blijft in een structurele vrije val. De wereld staat dus weer op het scherp van de snede? Volgens (onderwijzer) Bartjens was dat onmogelijk! Beleidsmakers zijn helemaal verbouwereerd. Misschien moet men nu alles op alles zetten om nog meer datgene te doen, wat tot nu toe niet gewerkt heeft! Maar het zal niet mogen baten. Het grote spel is voorbij. De slinger is bezig aan zijn tegenbeweging.


Het onorthodoxe monetair beleid heeft gefaald. De genadeloze, neergaande trend in inflatie, zelfs in Amerika, zet zich voort. Er zijn structurele deflatoire krachten aan het werk, die velen uit het oog hadden verloren. Tegen de algemene mening in, lijkt de Amerikaanse Dollar, sinds de bodem van 2007, in kracht toe te nemen, wat nog jarenlang zal aanhouden. De Dollarstijging is een ondubbelzinnige waarschuwing. Het tekort op de Amerikaanse lopende rekening, ten opzichte van het BNP, zal structureel blijven dalen, nadat het gedurende 20 jaar (1991 - 2007) onverbiddelijk was opgelopen. De energierevolutie, het concurrentievermogen (vooral ten opzichte van China), de kredietinkrimping bij de Babyboomers (hogere spaarquote) en demografie, hebben voor deze omwenteling gezorgd. Maar dit betekent, dat de kraan wordt dichtgedraaid van een van de belangrijkste liquiditeitsbronnen voor de wereldhandel, wat zijn uitwerking niet zal missen op het internationale monetaire systeem.

Amerika en Europa, met respectievelijk 5% en 10% van de wereldbevolking, nemen elk bijna 30% van de consumentenvraag in de wereld voor hun rekening. Maar de gemiddelde consument in het Westen, die zijn reele inkomen in het afgelopen decennium alleen maar heeft zien dalen, is veel voorzichtiger geworden en voornamelijk uit op koopjes. Consumentenkrediet dient steeds meer om elke maand de touwtjes aan elkaar te knopen, niet om zich vol te laden met allerlei goederen. De zogenaamd ‘sterke’ opkomende landen zijn nog enorm afhankelijk van export, vooral van grondstoffen, naar die Westerse consument, die de Westerse economie voor 70% bepaalt. De consumentensector in niet-Westerse landen is vaak niet meer dan eenderde van de economie, ook in China, wat heel vaak ook nog lijkt te stagneren. De niet-Westerse landen, met 85% van de wereldbevolking, lijken daarom af te stevenen op een catastrofale cyclus van devaluatie en deflatie, omdat hun lot is verbonden aan een stijgende Dollar, waarin zij juist voornamelijk hadden geleend. Een structureel stijgende Dollar doet de opkomende economische giganten daarom de das om!

Vanwege een reeks structurele factoren, exporteert Amerika minder kapitaal, wat heeft geleid tot een Dollartekort. Als de wereld ooit het vertrouwen verliest in de Centrale Banken om dat Dollartekort te verlichten, dan zijn de gevolgen van de klap in riskante activa, zoals aandelen (funest voor cashflow), grondstoffen en onroerend goed, niet mals. Alle pogingen om de eigen valuta in dit klimaat onder controle te houden, zullen steeds vruchtelozer worden. Een nieuwe liquiditeitscrisis, valuta-oorlogen (devaluatie van de Chinese Renminbi, vanwege de looninflatie!) en kapitaalcontroles liggen op de loer. Mocht de Federal Reserve onverhoopt de rente enigszins verhogen, zoals in 1928, voor de Grote Crash van 1929, dan is het plaatje compleet. Opeens moet de gehele wereld dan ‘afkicken’. Dat komt ervan, als de wereld leent in de ‘eeuwig zwakke’ Dollar (80% van de wereldschuld) om haar liquiditeit op peil te houden. Er zal weer een hoge prijs betaald moeten worden voor zo’n onzinnig beleid. Reken er maar niet op, dat de 20-jarige stijging van het Amerikaanse tekort op haar lopende rekening (voor 2007) kan worden herhaald. Dat is vechten tegen de bierkaai.

DIEDERIK SCHMULL

27 September, 2014

WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

maandag 15 september 2014

VERDER VAN HUIS DAN OOIT


VERDER VAN HUIS DAN OOIT

Blind optimisme is voorbarig. De echte economie komt niet op gang. De wereld probeert, met superlage rente, de stijgende historische schuld met zich mee te torsen. De problemen van de Grote Financiele Crisis van 2008, wachten nog op een oplossing, goedschiks of kwaadschiks. Het experimentele monetaire beleid van kwantitatieve verruiming (QE) zorgde voor uitstel, geen afstel. Bovendien schijnen talloze politieke brandhaarden zich uit te breiden, wat de economische onzekerheid verder vergroot. Een stabiele, welvarende wereld, die in de jaren ‘80 en ‘90 even binnen handbereik lag, vanwege toenemende ‘globalisering’, is verder van huis dan ooit tevoren! Een spectaculaire, nieuwe systeemcrisis komt, al slaapwandelend, op ons af.


Geen wonder, dat de 1000 grootste, beursgenoteerde ondernemingen van de wereld, kasposities hebben opgebouwd, die nu bijna 100% hoger zijn dan 6 jaar geleden, zelfs na een gigantische inkoop van eigen aandelen (‘financial engineering’ - verhoogt de winst per aandeel, zonder omzetvergroting) en na een reeks van bedrijfsovernames. Centrale Banken zorgden met hun liquiditeitsinjecties voor een kunstmatig beleggingsklimaat (koop: ‘momentum’, ongeacht beleggingsmerites), dat echter niet eeuwig kan zijn. Daarom is er zoveel onzekerheid over de langere termijn, wat funest is voor bedrijfsinvesteringen. De meest gehate beleggingen aan het begin van 2014, zoals de 30-jarige Amerikaanse Treasuries, beleefden een forse opwaardering, de zoveelste in een Bullmarkt, die al sinds 1980 weigert de geest te geven. De reden is, dat de 60-jarige Westelijke inflatie- en kredietcyclus alle tekenen vertoont van een roemrucht einde door een fatale combinatie van een verdere instorting van de geldsomloop, excessieve schuldenlast, kredietinkrimping, kapitaals- en handelsrestricties (sancties!) en demografische trends. Als dat zo is, dan is kasgeld, in tegenstelling tot de algemene mening, ‘koning’. De knapste koppen in de klas met hun vernuftige, meestal op het verleden gebaseerde, financiele modellen, zullen tevergeefs uitkijken naar de grote rotatie van conservatief naar riskant gedrag. De crisis is niet voorbij, maar pas begonnen. Na de verdoving, volgt altijd de realiteit.

‘Financiele repressie’, om via een bepaald rentebeleid de staatsschuld te verminderen, tegelijk met politiek gevoelige bezuinigingen en belastingverhogingen, is in volle gang. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft nu officieel een negatieve rente doorgevoerd bij de deposito’s, die door de Europese banken bij haar worden aangehouden. De banken, op hun beurt, zullen de kosten hiervoor moeten afwentelen op hun clienten. Een banksaldo maakt daardoor straks automatisch een reeel en nominaal verlies. Tegelijkertijd hebben talloze kortere termijn staatsleningen al negatieve rente, waardoor men de staat moet betalen voor de eer om het geld aldaar veilig te stallen. De volgende stap is kapitaalcontroles. Alle optimistische, meerjarige schattingen over de komende ‘wereldgroei’ kunnen dan de prullenbak in. Want kapitaalcontroles zijn nooit ‘tijdelijk’! In de praktijk duren die vaak decennia.


De ene valse dageraad zal volgen op de andere, aangemoedigd door de bekende beleidsmakers, maar er is geen economisch herstel in zicht. Er is juist sprake van een absolute noodtoestand. Het echte risico van het financiele systeem is zo aanzienlijk, dat de wereld, maar vooral Europa, niet ver weg is van een algehele banknationalisatie. Pas daarna kan de onherroepelijke sanering volgen, omdat niemand zicht heeft op de werkelijke stand van zaken. Er bestaan duizenden miljarden aan leningen, die in gebreke zijn gebleven (NPL’s, non-performing loans) of andere investeringen, die moeilijk kunnen worden gewaardeerd. Al dit ‘giftig’ oud zeer is op grote schaal weggemoffeld, vooral via derivaten. Uiteindelijk zijn de belastingbetalers toch de klos, terwijl de rekeninghouders (die immers crediteuren zijn), via ‘Bailins’, een groot offer zullen moeten brengen. De hoop is, dat de afschrijving van deze ‘geerfde’ schuld (‘legacy debt’), die misschien wel 10 tot 30% van de wereldeconomie bedraagt, kan geschieden over een periode van enkele decennia, via het belastingsysteem. Nee, de schuld verdwijnt nooit. En een internationale monetaire ‘reset’ vereist overeenstemming, met bij voorkeur een almachtige partij, die het doordrukt, zoals Amerika destijds in het geval van Bretton Woods in 1944. Die overeenstemming is tegenwoordig ver te zoeken. Het is een ‘ieder-voor-zich’ wereld geworden, waarbij de na-oorlogse gevestigde orde geen vat meer heeft op de gang van zaken.


DIEDERIK SCHMULL


15 September, 2014

WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.