Translate

dinsdag 16 juni 2015

ZOEK DEKKING


ZOEK DEKKING

Niemand weet, wanneer alles in rook opgaat. Het gehele financieele en handelssysteem is echter nauwer met elkaar verbonden dan ooit. Een kink in de kabel kan al leiden tot een toekomstige Mad Max en ‘ieder-voor-zich’ wereld. Stel je eens voor, als de stroom bijvoorbeeld uitvalt. Sinds de donkere crisisdagen van 2008, is de wereldschuld met sprongen gestegen, aangemoedigd door een schijnbaar ‘lage’ rente en de funeste, alomverbreide, rente-aftrek. Maar de reeele rente, na aftrek van inflatie/deflatie, is hoog en aanzienlijk hoger dan 35 jaar geleden. Destijds heerste er hoge inflatie, waardoor de reeele rente negatief was! Tegenwoordig zijn 26 van de 34 grotere landen in deflatie. Wie schuld heeft, zit dan op de blaren, want die stijgt elke dag!. Wie kasgeld heeft, is koning. De wereld is inderdaad totaal veranderd, maar de meesten verkeren nog in een ernstige ontkenningsfase. De afgelopen 60 jaar van inflatie en economische groei is allang omgeslagen in een structurele periode van economische stagnatie, gekenmerkt door tegenvallende omzet en een gering prijszettingsvermogen. Excessieve schuld, overcapaciteit, internet en demografie zijn daar debet aan. De gemiddelde jaarlijkse groei is in de laatste 30 jaar alleen maar verminderd. De wereldhandel krimpt al 14 jaar in! De gemiddelde levensstandaard in de ontwikkelde landen is teruggevallen naar die van 25 jaar geleden. Het aantal mensen tussen 20 en 45 jaar, de voorwaarde voor een groeimaatschappij, is flink dalende en heeft steeds minder te vertellen. De 55plussers wisten liefst 90% van de loonsverhoging in Amerika te bemachtigen. Bovendien is het officieele werkeloosheidscijfer overal ter wereld nog nooit zo onbeschamend onbetrouwbaar geweest als nu. Een groot deel van de beroepsbevolking wordt eenvoudigweg niet meer meegeteld!


Men steekt voorlopig de kop in het zand. Men gelooft immers nog steeds, dat het monetaire oppompbeleid het gewenste resultaat zal opleveren. Maar groei- en inflatie-verwachtingen worden voortdurend de bodem ingeslagen, waardoor dit beleid steeds weer tekort schiet en moet worden herhaald. Het effect daarvan wordt aldoor maar minder, want de wortel van het excessieve schuldprobleem wordt nog niet aangepakt. Niets minder dan schuldherstructurering en -afschrijving kan de wereld uiteindelijk redden. Beterschap volgt na een operatieve ingreep, niet na een verdoving (zoals kwantitatieve verruiming - QE). Daarom is dit verziekte oppompbeleid niet de oplossing, maar juist deel van het probleem. Intussen spiegelen de beleidsmakers, met een strak gezicht, nog een paradijs voor, met rivieren van water, melk, wijn en honing. Ligt er een reddingsplan klaar, als het allemaal weer niet uitkomt? Van wie? Van de failliete overheden?


Er is niets mis met deflatie, maar wel met deflatie na een extreem oppompbeleid. In de laatste 65 jaar hebben zich 100 deflatie-periodes voorgedaan in 38 landen (BIS). Er was vaak deflatie tijdens een economische groei-periode, zelfs sinds 1870! Daarom is het zo onbegrijpelijk, dat Centrale Banken in de laatste decennia de natuurlijke conjunctuurcyclus niet hebben bijgestuurd (‘taking away the punch bowl’ - William McChesney Martin, FED Chairman 1951 - 1970), zoals gebruikelijk was. Daardoor kon er telkens wat lucht ontsnappen uit eventuele zeepbellen. Zij hebben daarentegen een bewust zeepbellenbeleid gevoerd, waardoor een abrupte, onbeheersbare, schokkende implosie onvermijdelijk wordt met als gevolg een langdurige tijdsperiode van ‘slechte’ deflatie. De tulpenmanie en de Zuidzee bubbel van de 18de eeuw,  de spoorweghausse van de 19de eeuw en de regelmatige onroerend goedbubbels, zoals de rage van onroerend goed in Florida tussen 1920 en 1925, eindigden allemaal in structurele economische depressies. Want als de opgepompte waarderingen van activa eenmaal kelderen, dan vallen de onderpanden voor leningen weg en zit men met de gebakken peren. De huidige generatie van Centrale Bankiers, die duidelijk aan de leiband hebben gelopen van de veel te grote, speculatieve, financieele sector, zal in de toekomst worden verguisd. Zij zullen het voorbeeld worden van hoe het niet moet en worden beschouwd als gekken, die het asiel hebben overgenomen.

Het doet niet terzake, dat beurskoersen en Picasso-schilderijen zo mooi zijn opgewaardeerd. Dat is helemaal geen bevestiging van het succes van het internationale reflatie-beleid. ‘Financial engineering’ is niet van de lucht. Als 100% van de winst van het bedrijfsleven opgaat aan de, door sommige Hedge Funds aangehitste, inkoop van eigen aandelen, ter waarde van duizenden miljarden, om de koersen op te stuwen, is er toch weinig reden om nog een beursnotering te hebben. Er wordt eveneens hiervoor duchtig geleend, want het is ‘belastingvriendelijk’! Verder zijn ‘fusies en overnames’ (M & A) veel opwindender, dan het neerzetten van een nieuwe, riskante, fabriek. Tja, en 95% van de beloning voor de directie is afhankelijk van hoeveel de beurskoers stijgt. Het is natuurlijk wel verklaarbaar, dat bedrijfsinvesteringen achterblijven in een wereld van structureel lage groei. Maar laat niemand beweren, dat de wereldgroei uit de startblokken zou kunnen geraken vanwege een uiterst riskant en kortzichtig opblaasbeleid. Er is al veel te vaak te vroeg gejuicht.

Zo langzamerhand begint het te dagen, dat het gigantische schuldprobleem van China (+100% in 4 jaar!) uit de hand dreigt te lopen. De rentebetalingen op de Chinese bedrijfsschulden zijn nu hoger dan de totale winstgevendheid. De reeele rente, na aftrek van deflatie (groothandelsprijzen April: minus 4.46%), blijft maar stijgen. De giftige leningen (‘non-performing loans’) staan meestal nog vrolijk buiten de boeken. De hoge, maar duikelende, valuta-reserves zijn een tijdelijke, schrale troost. Niemand gelooft de officieele groeicijfers meer, ook de Chinezen zelf niet. Het ‘geheim’ van haar ontstellende overcapaciteit kan eindelijk niet meer worden genegeerd. Groothandelsprijzen, industrieele productie, import en electriciteitsverbruik zijn o.a. in forse neergaande trend, terwijl de lopende rekening nu een tekort vertoont. Om het een en ander onder controle te houden, is er in de laatste 6 maanden al driemaal een superstimulering toegepast. Maar al die economische tegenvallers mogen de pret niet drukken bij de beurskoersen, die al liefst 200% omhooggevlogen zijn in de laatste 1 ½ jaar (de marktkapitalisatie is nu 200% van het Bruto Nationaal Product, een rood licht). Sommige aandelen zijn in korte tijd 1000%+ gestegen! Redenen, zoals Shanghai - Hong Kong Connect (uitgebreidere toegang tot beide markten), de toekomstige opneming in de MSCI-index en de mogelijke devaluatie van de Yuan, zwepen de speculaties verder op. Het eventuele ‘vermogenseffect’ van deze koersexplosies is heel tijdelijk, maar als alles op den duur ooit misgaat, dan zal de onverkozen een-partij-staat op zijn grondvesten schudden. Een geopolitieke misrekening in Azie is daarom plotseling niet ondenkbaar meer.

Als China struikelt, kan de rest van de wereld haar wonden likken. De meeste groei van de wereldhandel was, vooral sinds haar toelating tot de wereldhandelsorganisatie (WTO) in 2001, aan China te danken. Dan ligt een verdere verslechtering daarvan in het verschiet. Maar dit is ook de ‘nekslag’, de ‘Coup de Grace’, voor de grondstoffen-gevoelige Opkomende Markten, die duizenden miljarden aan Amerikaanse Dollars, vooral via het Europese bankwezen, hebben geleend (Amerikaanse banken hadden hun les geleerd in de jaren ‘80, toen Latijns Amerika failliet ging). Er kan dan een herhaling optreden van de Grote Short Squeeze in de Dollar van 1981 tot 1985, waardoor de Dollar omhoog schiet, vanwege gedwongen ‘dekking’ en terugbetaling van Dollarschulden. Het Dollartekort zal dat in 2008 en 2009 ver te boven kunnen gaan, toen liefst 14 Centrale Banken uit de brand moesten worden geholpen via Dollarswaps van de Federal Reserve.

Theoretisch zouden de laagste energie- en voedselprijzen in 6 jaar positief moeten zijn voor de gemiddelde consument. Maar in de praktijk is de Westerse consument (die 70% uitmaakt van het Bruto Nationaal Product) kopschuw, vanwege acute onzekerheid over zijn inkomen, zijn baan en zijn pensioen. De Amerikaanse spaarquote als percentage van het beschikbare inkomen is sinds 2005 gestegen van 2% naar 6%, na even 10% te hebben aangetikt in 2012. ‘Financieele repressie’ (zoals negatieve rente) heeft immers als doel om de gemiddelde consument te grazen te nemen en te verarmen. Bovendien was de meeste banengroei in Amerika vooral in de energie-sector, naast de zeer laagbetaalde dienstensectoren. De vraag/aanbod verhouding in olie is struktureel omgeslagen en de olievoorraad is nog nooit zo hoog geweest, waardoor men rekening moet houden met een scherp lagere olieprijs, ook vanaf het huidige niveau. Pas bij $ 10.00 of $ 20.00 (thans $ 60.00), wat de marginale kostprijs is, stopt eindelijk de overproductie. Saoedie Arabie en Venezuela hebben gewoon pech, dat zij een olieprijs vereisen van boven de $ 100.00 om hun begroting sluitend te maken, maar zoiets is niet relevant. Vooral als Iran straks weer olie kan leveren. Dus de steeds uitbreidende deflatie is niet tijdelijk!

Is het een wonder, dat ‘animal spirits’ in dit klimaat vervliegen? Men is op zoek naar de ‘veilige havens’, die nog over zijn. Het vertrouwen in de uitspraken van hen, die aan de touwtjes trekken, daalt zienderogen. Zelfs als er zich een herhaling voordoet van de ‘Roaring Twenties’ (de beurshausse van 1927 - 1929), zoals nu in China, dan is het zaak om niet meegesleept te worden door de manie van de dag. Het wordt de laatste stuiptrekking van een wereld, waar de ‘financialisering’ na 30 spannende jaren, eindelijk de geest geeft. Dat is het onontkoombare moment, dat de wereld weer met beide benen op de grond komt! Het wordt de terugkeer van ‘echte’ prijsstelling en een definitief afscheid van ‘Alice in Wonderland’.

DIEDERIK SCHMULL         16 JUNI, 2015            WESTCLIFF-On-SEA, Essex, U.K.

==